uitschieten

uitschieten
{{uitschieten}}{{/term}}
I 〈onovergankelijk werkwoord〉
[plotselinge beweging maken] glisser
[heftig uitvallen] exploser
voorbeelden:
1   het mes schoot uit le couteau a glissé
2   tegen iemand uitschieten fulminer contre qn.
¶   de aardappels schieten uit les pommes de terre germent
II 〈onovergankelijk werkwoord, overgankelijk werkwoord〉 〈sport en spel〉
remettre (le ballon) en jeu

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем написать курсовую

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”